1916: De Oisterwijkse leerfabriek KVL wordt in de volksmond ook wel de Leerfabriek, de Lederfabriek of de Looierij genoemd. Christ van der Aa, samen met de Rotterdamse koopman Jan Adolf Vermetten, commissaris van Kaufmanns Huidenhandel, richt op 27 oktober 1916 de NV Lederfabriek Oisterwijk op. 

Van der Aa wordt beschouwd als één van de meest prominente figuren uit de Nederlandse leerindustrie en pionier op het gebied van het looien van overleder. Al snel groeit de fabriek uit tot de grootste werkgever in Oisterwijk en omgeving en tot de grootste leerfabriek van Europa.

1917: 7 januari, start bouw van de fabriek; plaatsing stoommachine om andere machines aan te drijven.

1918: September, start productie; als eerste Oisterwijks bedrijf collectief contract met vakbonden voor 96 werknemers.

1919: Adler & Oppenheimer stichten na Wereldoorlog I een zelfstandig handelshuis in Nederland, de Amsterdamsche Leder Maatschappij N.V. (Almij); Max Weil directeur.

1920: Zomer 1920, overname van de N.V. Lederfabriek ‘Oisterwijk’ door Almij; deel aandelen in bezit oorspronkelijke oprichters.

Deze foto toont de eerste stoommachine, merk Bollinckx, die achter gebouw 1 stond. De eerste stoomturbine leverde stoom op de leerfabriek vanaf de oprichting tot 1924. De stoom dreef de machines aan. Vanaf 1924 tot 1939 werd een stoommachine de energieleverancier op de looierij en dus heel belangrijk. De tweede man van rechts is oprichter Christ van der Aa, ook wel “de dikke Van der Aa” genoemd.

1923: Al snel na de oprichting van de toenmalige NV Lederfabriek Oisterwijk – steeg de productie. De directie stapt over naar elektrische aandrijving en kiest voor een stoommachine met draaistroomgenerator van de firma Carels uit Gent, België. Stoom werd voortaan omgezet naar stroom.

1924: De Duitse architect Hildner ontwerpt een gebouw midden op het fabrieksterrein met daarin een Machinekamer en een Ketelhuis. Begin 1924 wordt de installatie in onderdelen per spoor aangeleverd en met een brugkraan geplaatst. Het gewicht van de twee zware cilinders is 72.000 kg en de prijs bedraagt zo’n 13.000 euro. Ingebruikname nieuw hoofdgebouw met magazijn en laadperron, bouw machinekamer en ketelhuis. De elektriciteitsbehoefte neemt toe en rond 1929 wordt het Ketelhuis daarom met twee ketels uitgebreid naar vijf. Later wordt ook nog een transformatorruimte gebouwd.

1935: Het provinciale net van de PNEM zodanig dat het goedkoper en efficiënter is hierop over te schakelen. De PNEM past het schakelbord aan. Daarmee kan de eigen centrale, en die van de PNEM, de fabriek van stroom voorzien. Eigenlijk heeft de KVL-centrale dus maar 10 jaar optimaal gefunctioneerd.

de stoommachine in volle glorie

In het begin blijkt de geleverde stroom van de PNEM niet stabiel genoeg en wordt de stoommachine nog gebruikt om het piekverbruik op te vangen. Het verhaal gaat dat, tijdens de Tweede Wereldoorlog, de stoommachine ook wordt ingezet om Oisterwijk van elektriciteit te voorzien, maar dat is onwaarschijnlijk: pas na september 1944 was er een tekort aan elektriciteit en in die periode was de stoommachine te beschadigd om te kunnen draaien. Na de oorlog wordt de machine nog slechts sporadisch gebruikt. 

In het boek “Van Stoom naar Stroom” worden alle details beschreven. Het boek is verkrijgbaar bij Boekhandel Oisterwijk of via een mailtje aan de Stichting Stoommachine Oisterwijk.

1925: Aanleg spoor naar KVL-terrein, aantal medewerkers: 500.

1927: Gemeenteraad besluit de weg langs de spoorlijn om te dopen tot ‘Almystraat’.

1928: Personeel Almij verhuist van Amsterdam naar Oisterwijk; oprichting bedrijfsbrandweer.

1928: Er werken 910 arbeiders op de Lederfabriek en 45 kantoormedewerkers zijn verbonden aan de Almij, magazijn krijgt extra verdieping en L-vorm door bouw kantoorgedeelte.

1929: September, 70 mannen van de Schaverij in staking vanwege voorgenomen loonsverlaging van 5%.

1930/1931: S.V. NEVELO doet mee aan de competitie.

1931: Almij bezit alle aandelen, Chris van der Aa blijft een van de directeuren.

1932: 14 mei, koningin Wilhelmina verleent het predicaat ‘Koninklijke’ aan de Leerfabriek. Koninklijke Lederfabriek ‘Oisterwijk’ (KLO)  grootste overlederfabriek van Europa.

1933: Kranten melden in de periode februari-april het ontslag van ongeveer 150 arbeiders wegens ‘bedrijfsslapte’.

1935: Overschakeling van elektriciteit stoommachine naar PNEM.

1939: Na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog (1 september 1939) is de import van huiden en export van leder bemoeilijkt. De Lederfabriek ontslaat in september-oktober 200 arbeiders en voert een vierdaagse werkweek in.

1940: Kantoorpersoneel Almij verhuist per 1 februari 1940 grotendeels weer naar Amsterdam. Wegens slechte economische omstandigheden ook 50 arbeiders ontslagen.

1940: Enkele dagen voor de bezetting (10 mei 1940) brengen Hans Adler en Max Weil het hoofdkantoor van de Koninklijke Lederfabriek Oisterwijk over naar Willemstad op Curaçao. 

1940: Korte tijd na mei 1940 vestigt de Duitse bezetter een Wehrmachtverpflegungsamt in een deel van de Lederfabriek en in barakken er rondom heen.

1940: Niko Weigand maakt muurschildering in de machinekamer.

1941: 6 maart 1941, de Duitse bezetter stelt een ‘Verwalter’ (beheerder) aan: dr. Hubert Huppertz.

Deze foto toont een tegel, gemaakt in 1941 ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van de KVL (toen nog KLO geheten: Koninklijke Lederfabriek Oisterwijk). De tegel is gemaakt door Tegelfabriek Westraven uit Utrecht. Zou Henk Potters hier zijn inspiratie opgedaan hebben voor zijn tegelkunst?

Op de tegel zie je het – nu ingepakte – monument, aangeboden door het personeel bij datzelfde jubileum. Links zie je de ingang naar de toenmalige kantoren. Daarachter het U-gebouw, dat deels  is afgebroken. Het hoge gebouw rechts was het laboratorium. De schoorsteen uit 1916 hoorde bij de eerste stoomketels en is in latere jaren afgebroken door de komst van de stoommachine. Het gebouw voor de toren heette “gebouw 1”, het is het allereerste gebouw van de leerfabriek en heeft  diverse functies gehad. De naam “Brabantia” was een merknaam van de leerfabriek.

1941: 15 oktober, oprichter Chris van der Aa sterft, twaalf dagen voor de dag waarop het 25-jarige bestaan van de fabriek zou worden gevierd. Frans de Jong en August Emil Hueber worden waarnemend directeur en bedrijfsleider.

1941: December 1941, al het oodse personeel van de firma wordt ontslagen.

1943: De Jong en Hueber worden directeuren van de Nieuwe Amsterdamsche Ledermaatschappij (NALMY), een NV waarmee de Duitse bezetter poogt firmakapitaal naar Duitsland te sluizen.

1944-1945: Bij de beschieting van de munitietrein en de bevrijding krijgt de Lederfabriek 200 voltreffers te verwerken, het vliegwiel van de stoommachine raakt onklaar. De fabriek ligt van september 1944 tot zeker april 1945 stil.

1945: Jaren van wederopbouw. KLO krijgt voorlopige beheerder, de Nederlandse Beheersmaatschappij.

1948: Fabriek weer op eigen benen. Productie 10 miljoen vierkante voet. Sterke groei aandeel export.

1949: Mei, onthulling gedenksteen nagedachtenis slachtoffers KVL van Duits oorlogsgeweld.

1951: Invoering tariefbeloningsstelsel.

1954: Oprichting ‘Vezello’ te Waalwijk voor productie binnenzolen van afval van leerfabrieken uit de omgeving.

1962: Internationale schoenenshow van Bata Internationaal in Amsterdam; eerste persberichten over het ‘nieuwe Oisterwijkse leer’, Aquilon-Lakleer.

1963: Adler & Oppenheimer doen Koninklijke Lederfabriek Oisterwijk in de verkoop; herdenking Oisterwijk 750 jaar.

1965: 27 december 1965, Erich Adler, de laatste telg van de Adler en Oppenheimer familie, legt zijn taken neer.

1966: Handelsmaatschappij Hagemeyer koopt Almij met dochteronderneming in Oisterwijk en integreert de KLO en Almij in één bedrijf.

1970: Overname van Koninklijke Chroomlederfabriek de Amstel door Hagemeyer; opzet speciale bestuursmaatschappij ‘Verenigde Nederlandse Lederfabrieken’ (VNL); aantal werknemers 630.

1973: Eerste rapportage over verlies.

1974: Verplaatsing van de productie naar Oisterwijk. ‘Verenigde Nederlandse Lederfabrieken’ (VNL), inmiddels omgedoopt tot ‘Verenigde Leder Industrie’ (VLI), wordt “Koninklijke Verenigde Leder’ (KVL), aantal werknemers 390.

1975: KVL maakt bescheiden winst.

1979: Sluiting fabriek ‘Vezello’ te Waalwijk.

1980: KVL goed voor 25% van de Nederlandse leerproductie.

1983: KVL hoort weer tot de tien grootste leerfabrieken van Europa; opening eigen waterzuiveringsinstallatie.

1989: Reorganisatie, veertig banen worden geschrapt. Plan om te komen tot de modernste leerfabriek van Europa. Investering 20 miljoen gulden wordt afgewezen door Hagemeyer.

1990: Juni, 150 van de 210 medewerkers krijgen ontslag. KVL draait 8 miljoen gulden verlies.

1991: Fabriek bestaat 75 jaar, weer winstgevend; personeelssterkte groeit van 63 naar 97.

1991: 20 maart, Hagemeyer stoot KVL af, Aben en Van der Kleij nemen bedrijf over.

1992: Finish-afdeling verkocht aan Finilux in Waalwijk.

2001: 1 januari, het doek valt; laatste 35 medewerkers verliezen hun baan.

2001: 17 januari, veiling van alle materialen van de KVL in zaal ’t Molentje te Oisterwijk.

2001: In maart koopt de Haarense ondernemer Jo Copal het KVL-complex.

2002: Diverse KVL-panden worden rijksmonument.

2009: Gemeente Oisterwijk koopt KVL voor 18 miljoen euro.

2014: Op 8 januari verkoopt de gemeente Oisterwijk de resterende gebouwen aan de provincie.

2016: 100 jaar KVL.